Ontstaan uit de politieke
partijstrijd werden rond 1877 twee muziekmaatschappijen geboren,
1°de liberale fanfare "de Linkervleugel"
2° de katholieke fanfare "de Lager Schelde".
Zij telden beide ongeveer 40 spelende en een 100 tal steunende leden.Repetities werden wekelijks op dinsdag of zaterdag avond gehouden, om het samenspel der muziekstukken aan te leren.
Maandelijks werd op de zondag een plaatselijke uitstap georganiseerd om de steunende horecaleden wat te gunnen.En ook om de inwoners te verblijden met wat marsmuziek.
Verder stapten de fanfares op bij huwelijken, pastoor of burgemeester benoemingen, en bij de jaarlijkse huldebetonning aan de gesneuvelden. Maar natuurlijk ook bij de gemeenteverkiezingen als "blauw en geel " tegenover elkaar staan en toch broederlijk naast elkaar op de wimpel der gemeente (blauw&geel)aan elkaar verbonden zijn.
Na de 2de wereldoorlog kwam er een derde fanfare bij, na de grote opkomst van het socialisme, maakte men de fanfare "Vermaak na Arbeid". Die ook hun steentje bijbrachten bij de muzikale opbouw van de gemeente.
Zelfs een vierde fanfare stak haar kop op, een drietal gezinnen staken de handen tezamen en richten "De Oud-Lillonaren" op.
Stilaan verouderde de muzikanten, en de bijvoeging bij Antwerpen deed de fanfares de das om.
Na hun laatste teerfeest in zaal Alcazar, hetwelk haast in het water viel door de afbraak werkzaamheden.Speelde op zaterdag 5 juni 1965 fanfare "de Lager Schelde" haar laatste noten. Vertrokken van op de Kruisweg, waar het duister water reeds lang aanwezig was en meerdere huizen reeds gesloopt waren.Trok de stoet in een trieste mars via Oud Lillo naar 't fort.Een weg die ze vroeger menig maal gelopen hadden, maar nu voor de laatste maal.
De twee fraaie vlaggen van de boerengilde steken voor de laatste maal fier de pieken in de lucht om dan te neigen en nooit meer op te komen. Ze werden vol trots afgestaan aan het Poldermuseum, met de woorden "Bewaar ze goed,dat we ze hier altijd kunnen terugvinden, wij en onze kinderen."
De muzikanten verhuisden naar andere gemeenten en kwamen daar al of niet bij andere verenigingen terecht. Doch nooit zullen zij hun tijd te Lillo vergeten.