Traag verglijdende dagen,met ingetogen genot in de huiselijke
kring, of rust na gedane noeste arbeid. Door meerdere schrijvers wordt dikwijls
het leven in de polders zo voorgesteld.Niets was minder waar.
Een voorbeeld, in de winter snorde de "Leuvense stoof" gezellig in de
keuken, van voor verbrand en van achter bevroren.Om nog maar te zwijgen als men
naar de goede of voorplaats ging. Als men ging slapen nam men meestal een warme
baksteen mee of een waterkruik, wat niet wegnam dat de wind vrij spel had tussen
de dakpannen en men 's morgens wakker werd met de bloemen op de ruiten en een
rode neus.
Hoe was het leven zonder ijskast, in de winter ok, doch in de zomer moest alles
bewaard blijven onder de trap of in de kelder. Of men nam minder in huis. En als
straatverlichting, de gaslantaren deed het bij ons nog tot in 1955, als men 's
avonds de polder door wilde kon men om de 500 meter rekenen op een gaspeerke
hetwelk niet meer verlichte dan zichzelf.
Om nog maar te zwijgen van de 110Volt. Per kamer één lamp, en per woning een
paar stopcontacten. Een lampenradio aangesloten op een draadantenne, dewelke men
opzette om te luisteren naar "het gesproken dagblad" of een oorspel,
doch zeker niet de ganse dag liet aanstaan. De wasmachine was moeder de vrouw op
een wasbord.
En zo kunnen we nog uren doorgaan, doch zeker mag ook vermeld worden de
samenhorigheid en ook de afstandelijkheid van de verschillende groeperingen.
Als in de mei maand de processie door het dorp trok, zag men iedereen geknield
op de stoep zitten zowel rood geel en blauw zaten broederlijk naast elkaar te
wachten tot de pastoor langskwam en zijn jaarlijkse zegen kwistig rondstrooide
naar ieder die ze hebben wou.
Iedere zondag na de hoogmis stapte boer en werkman samen met de zelfstandige het
café binnen om meerdere uren samen door te brengen, en de gesprekken varieerden zoals de seizoenen. In de lente ging het over
zaaien en
planten,doch ook over de grote schoonmaak die voor de deur stond. In de
zomermaanden ging het over de oogst, en door sommigen was er al een vakantie
gepland. En zo kon men zeggen " met traag verglijdende
seizoenen". Er was ook nog het verschil van de mensen die te Lillo
werkten en diegene die in de haven van Antwerpen hun boterham verdienden.
Maar als er iemand geboren, gedoopt, huwde,jubileum vierde of stierf was
iedereen actief, er werd "gepalleerd" en gefeest en gerouwd. Een foto's
zegt genoeg.FOTO