Oude Gewoonten.


Alle kinderen gaan glunderen tegen nieuwjaar, want dan kunnen ze de baan op om te gaan zingen.
Vroeger was dit een dorpsgebeuren bij uitstek.Van 's morgens vroeg tot laat in de namiddag gingen de kleinste vergezeld van enkele grotere kinderen de pad op om hun nieuwjaarswensen aan de ganse gemeente kenbaar te maken.

Nieuw jaarke zoete, 't varken heeft vier voeten
Vier voeten en een staart, ben ik dan geen centje waart.

Als er iemand was die niet gaf, of gebaarde dat hij niet thuis was, werd het volgende lied aangeheven.

Hoog huis droog huis.
Der zit een gierige pin in huis.

 

Enige dagen later was het dan tijd voor " de 3 Koningen ". Deze togen op pad met de altijd draaiende ster, en een iemand moest zich opofferen om de zwarte koning te spelen. Daar die dagen nadien nog altijd zwart zag in de oren.
Het toepasselijke lied werd hier aangeheven.

Drie koningen drie koningen
Geef ons een nieuwe hoed
Onze oude is versleten
Ons moeder mag 't niet weten
Ons vader heeft het geld
Op de rooster geteld.


Deze gewoonte is nog in, doch ander  zijn verdwenen met het verdwijnen van de polderdorpen. Onder meer Hanske knap en Keske in de lanteren zijn dingen die men niet meer doet of niet meer kent.

Hans knap was een oude klomp waar men het onderste gedeelte had afgezaagd en hetwelk men liet scharnieren door middel van lederen riempjes,en een koordje waarmee men de "mond" van de klomp deed scharnieren, het geheel werd afgedekt met een konijnenvel. 

Hans knap, knap, knap
Een duitje of een centje voor Hansjes baardje af te doen.
Ziet eens wat een lang baardje dat hij heeft.
't Is nog in geen honderd jaar afgedaan.
Ho Hans, Hans, Hans.

 

Keske in de lanteren werd gezongen nadat men, in het bieten seizoen, een biet uitgehold had en voorzien had van ogen neus en mondholtes, zodat hij meer op een doodshoofd leek. Daarin werd een kaars ontstoken en zo ging men al zingend het dorp rond.

Keske in de lanteren
Is meneer Pastoor ni thuis
'k zou hem geere spreke
Van den avond in z'n huis


In vroeger dagen kwam Sinter Greef langs in plaats van St.Nikolaas.Hij bracht de kinderen pepernoten en taai taai.

Op de vooravond van St.Niklaas werd aan de haard menig lied gezongen.

Sinterklaas kapoentje
Leg wat in men schoentje
Leg wat in men laarsje 
Dank U St. Niklaasje

 

Ook de rommelpot was op oudejaarsdag een gegeerd instrument, de wat oudere jongens gingen 's avonds al zingend rond.

De rommelpot werd gemaakt door een gedroogde varkensblaas over een pot te spannen met in het midden een sterk stuk rietstengel, dewelke tussen de bevochtigde vingers heen en weer werd bewogen, wat aan de varkensblaas een diepe bromtoon ontwekte.

'k Heb zou lang met de rommelpot gelopen.
'k Heb geen geld om een brood te kopen.
Alle bakkerij, steekt in de zij, steekt in de hoed,
zie wat dat de speelman doet.
Vrouwke doet het deurken open,
laat de speelman binnenkomen.
Speelman gij moet strijken, vrouwken gij moet kijken.
Geef niet gierig geef niet zot, steek wat in de rommelpot.

Van deze is er nog een tweede uitgave

Ik heb zo lang met de rommelpot gelopen
Nog geen geld om een brood te kopen
Alle bakkerij, steek hem in de zij, steekt hem in den hoed
Ziet wat dat de koekoek doet
Vrouwke laat het deurke open
laat de speelman binnenkomen
Schipper gij moet wijken,speelman gij moet strijken
Steekt u handjes in de pot, nog geen duit in de rommelpot.

 

Vroeger kon men nog meer op de straat spelen, en vermaakte de jongens zich met knikkeren, paap schieten, bikkelen of repen. De meisjes daarentegen deden het rustiger aan met hinkelen, kook en eteken of met hun poppen.

Natuurlijk gaven het deels afgebroken suikerfabriek terrein de mooiste mogelijkheid tot verstoppertje of een goede voetbal match. En tijdens de zomermaanden werden de activiteiten verplaatst naar de hooihoppers of de Schelde boord.

Top                                  Lillo-Fort