Bloemenpracht op de Blauwhoef
In 1937 kreeg de economie te Lillo een goede injectie.
De heer Truyman bouwde op Lillo-kruisweg, vlakbij de Blauwhoef, een anjer en
rozen kwekerij, de 5 gebouwde serres hadden elk een lengte en breedte van 75 op
16 meter, met een totale oppervlakte van 6.000 vierkante meter. De totale
oppervlakte van de kwekerij bedroeg 12.000 vierkante meter.
In het begin dacht men niet veel goed over dit opzet, wat kwam men hier bloemen
kweken in de polderklei, die was goed voor biet en graan maar toch niet voor de
bloemen. Doch na ongeveer 18 maanden noeste arbeid, tijdens de officieel opening
moest men de heer Truyman gelijk geven. De bloemen vragen meer zorg dan de
poldergewassen, dagelijks moet men planten, verpotten, snoeien, enten en
snijden, om tot een goed resultaat te komen
Het ganse jaar door kweekte men hier rozen en anjers dewelke hun afzet vonden in
Frankrijk, Engeland,Duitsland de Scandinavische landen en natuurlijk ook
België.
Zelfs in de winterperiode gaf een grote stookketel genoeg warmte om het zomer te
laten lijken. Door het 5 kilometer lange buizennet gaat de warmte van serre naar
serre. Gemiddeld stookte men hier 5 ton kolen per dag. Wat al een gedacht geeft
van de kostprijs van de bloemen toen.
Op één jaar tijd worden niet minder dan één miljoen bloemen afgesneden
en op de markt gebracht. Normaal staan er ongeveer 70.000 bloemen in de serre,
20.000 rozen en 50.000 anjers.
En natuurlijk was er ook de werkgelegenheid, dewelke in Lillo toen in die tijd
meestal bestond uit het werk op de boerderij. En zeker toen de suikerfabriek
juist haar deuren gesloten had.
In een krantenartikel uit die tijd lezen we:"Zoo
is dan te Lillo een bezienswaardigheid te meer gevestigd. Den goeden
Antwerpenaren welke dezen zomer weer naar de kleine poldergemeente, 't zij per
electrische tram, 't zij per fiets, zullen afzakken., wacht er een attractie te
meer. Bovendien zulke ondernemingen,ja, ondernemingen welke ons land in niet te
groote mate bezit, verdienen publieke belangstelling. Vroeg of laat komt dit
toch een deel van de gemeenschap ten goede. De ondernemer zal er baat bij
vinden, zoo ook 't volk van Lillo."
Ook op de Blauwhoef vonden we Johan Eyking beter gekend als Jan Bol import en export van bloembollen en tulpen. De velden vol tulpen vormden een prachtige bezienswaardigheid. Ieder jaar weer kwamen mensen van einde en ver om dit prachtige kleurrijke tapijt van tulpen te aanschouwen. Dat Jan niet zo maar de eerste de beste was, bewees hij in 1961, door het kweken van de Koningin Fabiola Tulp, 8 jaar van kruisen en bestuiven van bestaande variëteiten gaven hem de uiteindelijke Koningin Fabiola Tulp. De zoon van Jan, Cor kon je nog vinden aan de Leugenberg waar hij het werk van zijn vader voortgezet heeft, maar nu van een wel verdient pensioen geniet. Spijtig dan zijn zaak geen overnemer heeft gevonden.